Gebied 11 – Recreatiegebieden (categorie 1)

Waardering

De recreatiegebieden bieden ons de mogelijkheid om toeristen en bezoekers te laten verblijven in onze mooie gemeente. We waarderen de inbedding van de recreatiegebieden en –woningen in de natuurlijke omgeving.

Dynamiek 

We verwachten weinig ontwikkelingen op de recreatieparken en campings. In de gemeente staan ook diverse clusters van recreatiewoningen meer vrij in het bos, zoals bij Norg en Steenbergen. Gelet op de ouderdom van diverse woningen kunnen zich daar in de komende periode wel veranderingen voordoen. Dat kan verbouw zijn of sloop en nieuwbouw van nieuwe woningen.

In het kader van ‘Vitale vakantieparken’ wordt bekeken of een deel van de recreatiewoningen kan worden omgezet naar gewone woningen.

Doelen

Voor de recreatiegebieden is het van belang dat het natuurlijke karakter voorop blijft staan. De omgeving bepaalt het beeld en niet de woningen. We willen dat de woningen passen bij de maat van de kavel en bescheiden van omvang zijn. We sturen op een natuurlijke overgang van privétuin naar natuurgebied, waarbij de woningen ‘te gast’ zijn in het bos.

Categorie

Voor recreatiegebieden kiezen we categorie 1. Dat betekent dat we onze aandacht richten op het laten passen van het gebouw in de (natuurlijke) omgeving. Bouwplannen moeten passen bij de kwaliteiten van het gebied.

Gebiedsprincipes

Omgeving

  • Erven hebben een open opbouw met het hoofdgebouw in een vrije situering op het erf;
  • Erven hebben een groene uitstraling met een streekeigen beplanting op en rond het erf;
  • Er is een natuurlijke overgang tussen het erf en het omliggende openbare gebied.

Bebouwing

  • Het hoofdgebouw (de recreatiewoning) ondersteunt het beeld van het erf en de natuurlijke omgeving. 
  • Aan- en uitbouwen zijn in maat, schaal en uitwerking ondergeschikt aan het hoofdgebouw, bijgebouwen zijn niet toegestaan.
  • De hoofdvorm van het gebouw is eenvoudig en langgerekt en bestaat uit één bouwlaag met of zonder kap;
  • De opzet en vormgeving van de begane grond zet in op een duidelijke en directe relatie tussen binnen en buiten.


Hieronder leest u meer over het gebied en over de achtergrond van de gebiedsprincipes.

 

Over het gebied

Zomerhuisje in de Oosterduinen bij Norg (1971)
Foto: Onbekend
Bron: Drents Archief (MZ11605000123)

Gebied 11 – Recreatiegebieden (categorie 1)

Waardering

De recreatiegebieden bieden ons de mogelijkheid om toeristen en bezoekers te laten verblijven in onze mooie gemeente. We waarderen de inbedding van de recreatiegebieden en –woningen in de natuurlijke omgeving.

Dynamiek 

We verwachten weinig ontwikkelingen op de recreatieparken en campings. In de gemeente staan ook diverse clusters van recreatiewoningen meer vrij in het bos, zoals bij Norg en Steenbergen. Gelet op de ouderdom van diverse woningen kunnen zich daar in de komende periode wel veranderingen voordoen. Dat kan verbouw zijn of sloop en nieuwbouw van nieuwe woningen.

In het kader van ‘Vitale vakantieparken’ wordt bekeken of een deel van de recreatiewoningen kan worden omgezet naar gewone woningen.

Doelen

Voor de recreatiegebieden is het van belang dat het natuurlijke karakter voorop blijft staan. De omgeving bepaalt het beeld en niet de woningen. We willen dat de woningen passen bij de maat van de kavel en bescheiden van omvang zijn. We sturen op een natuurlijke overgang van privétuin naar natuurgebied, waarbij de woningen ‘te gast’ zijn in het bos.

Categorie

Voor recreatiegebieden kiezen we categorie 1. Dat betekent dat we onze aandacht richten op het laten passen van het gebouw in de (natuurlijke) omgeving. Bouwplannen moeten passen bij de kwaliteiten van het gebied.

Gebiedsprincipes

Omgeving

  • Erven hebben een open opbouw met het hoofdgebouw in een vrije situering op het erf;
  • Erven hebben een groene uitstraling met een streekeigen beplanting op en rond het erf;
  • Er is een natuurlijke overgang tussen het erf en het omliggende openbare gebied.

Bebouwing

  • Het hoofdgebouw (de recreatiewoning) ondersteunt het beeld van het erf en de natuurlijke omgeving. 
  • Aan- en uitbouwen zijn in maat, schaal en uitwerking ondergeschikt aan het hoofdgebouw, bijgebouwen zijn niet toegestaan.
  • De hoofdvorm van het gebouw is eenvoudig en langgerekt en bestaat uit één bouwlaag met of zonder kap;
  • De opzet en vormgeving van de begane grond zet in op een duidelijke en directe relatie tussen binnen en buiten.


Hieronder leest u meer over het gebied en over de achtergrond van de gebiedsprincipes.

 

Over het gebied

Zomerhuisje in de Oosterduinen bij Norg (1971)
Foto: Onbekend
Bron: Drents Archief (MZ11605000123)